Beroepscode

De beroepscode is een uitgave van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW), voorheen Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). De Beroepscode voor de Jeugdzorgwerker staat, als zelfstandige beroepscode, naast wet- en regelgeving, richtlijnen en organisatorische kaders. En is een praktisch te gebruiken en te toetsen ethische leidraad voor de beroepsvariant jeugdzorgwerker. In de casussen wordt telkens verwezen naar de onderstaande artikelen. De gehele beroepscode is verkrijgbaar bij de BPSW. We geven hier, met toestemming, de artikelen weer. Voor een toelichting verwijzen we naar de beroepscode zelf.

A Jeugdige cliënt tot zijn recht laten komen

De jeugdzorgwerker bevordert dat de jeugdige cliënt in zijn opvoeding en ontwikkeling tot zijn recht komt en werkt daartoe samen met diens sociale omgeving.

B Bevordering deskundigheid

De jeugdzorgwerker oefent zijn beroep deskundig uit op basis van actuele kennis en in nauwe aansluiting op ontwikkelingen in de jeugdzorg.

C Bereid iedere cliënt te helpen

De jeugdzorgwerker toont ten aanzien van iedere cliënt gelijke bereidheid te helpen bij opvoedingsen ontwikkelingsvragen.

D Bevorderen van het vertrouwen in de jeugdzorg

De jeugdzorgwerker bevordert door het naleven van de beroepsnormen – en door daar persoonlijk verantwoording over af te leggen – het vertrouwen in de jeugdzorg.

E Respect

De jeugdzorgwerker respecteert de persoon van:

  • de jeugdige cliënt met diens kwetsbaarheid, groeiende zelfstandigheid en eigen Verantwoordelijkheid;
  • de ouder /opvoeder met zijn eigen verantwoordelijkheid en opvoedingsvisie, voor zover niet in strijd met wettelijke kaders.

F Informatievoorziening over de hulp- en dienstverlening

De jeugdzorgwerker verschaft de jeugdige cliënt en diens wettelijke vertegenwoordigers de voor een goede professionele relatie relevante informatie, zoveel mogelijk in een voor de cliënt(en) begrijpelijke taal.

G Overeenstemming/instemming omtrent hulp- en dienstverlening

De jeugdzorgwerker overlegt met de jeugdige cliënt en/of met diens ouders/opvoeders om tot overeenstemming/instemming te komen over de hulp- en dienstverlening of andere (wettelijk opgelegde) taken.

H Macht en afhankelijkheid in de professionele relatie

De jeugdzorgwerker wendt het gezag en de invloed die hij ten opzichte van cliënt(en) heeft ten positieve aan en misbruikt deze niet. Hij is zich er van bewust dat de (jeugdige) cliënt mogelijk zeer afhankelijk van hem is.

I Beëindiging van de professionele relatie

De jeugdzorgwerker is verantwoordelijk voor een zorgvuldige afsluiting van de hulpverlening als hij niet (meer) kan voldoen aan de hulpvraag. Hij verantwoordt zijn beslissing tegenover de cliënt, begeleidt deze eventueel bij een verwijzing en is bereid tot nazorg.

J Vertrouwelijkheid

De jeugdzorgwerker behandelt informatie over de jeugdige cliënt, diens ouders/opvoeders en hun omstandigheden vertrouwelijk.

  • Hij informeert zijn cliënt in geval van door wet- en regelgeving verplichte rapportage aan of overleg met derden.
  • Hij vraagt toestemming aan zijn cliënt en/of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger als hij meent dat het noodzakelijk is om met derden vertrouwelijke informatie uit te wisselen.
  • Toestemming is in het geval van een (voorbereiding of uitvoering van een) kinderbeschermingsmaatregel of opname in een justitiële jeugdinrichting niet vereist

K Vermoeden kindermishandeling

De jeugdzorgwerker bespreekt een vermoeden van fysieke, seksuele en/of psychische kindermishandeling met de betrokken minderjarige en relevante betrokkenen uit het cliëntsysteem, tenzij dit alles niet in het belang van de minderjarige is.

L Beroep op plicht om vertrouwelijk om te gaan met informatie

De jeugdzorgwerker doet indien hij door een rechter als getuige wordt opgeroepen een beroep op zijn plicht om vertrouwelijk om te gaan met informatie over de cliënt, indien hij meent dat hij daartoe, alle belangen afwegend, verplicht is.

M Verslaglegging / dossiervorming

De jeugdzorgwerker geeft de jeugdige cliënt desgevraagd de gelegenheid tot inzage in en aanvulling of correctie van het dossier, voor zover nodig na overleg met en instemming van de ouder(s) en/of wettelijke vertegenwoordiger(s).

N Samenwerking in de hulp- en dienstverlening

De jeugdzorgwerker zet zich in voor een goede en efficiënte samenwerking en een duidelijke verdeling van de verantwoordelijkheden en draagt daarmee bij aan een transparante en eenduidige regie van de hulpverlening.

O Beroepsuitoefening en samenwerking

De jeugdzorgwerker draagt vanuit zijn eigen deskundigheid bij aan de ketenhulpverlening, erkent daarbij de grenzen van zijn eigen expertise en is bereid zijn professionele oordelen ter discussie te stellen.

P Aanvaarding organisatie als beleidskader

De jeugdzorgwerker aanvaardt de organisatie als het kader voor zijn beroepsuitoefening en werkt mee aan de beleidsdoelstellingen voor zover in overeenstemming met de beroepsstandaard.

Q Toetsing beroepsmatig en functioneel handelen aan de waarden en normen van het beroep

De jeugdzorgwerker toetst bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid van zijn organisatie of dit overeenkomt met de beroepsstandaard.

R Verantwoording aan werkgever

De jeugdzorgwerker verantwoordt zijn werk aan de leiding van de organisatie en verstrekt relevante gegevens voor de ontwikkeling en evaluatie van het beleid.

S Collegiale toetsing en beroepsethische reflectie

De jeugdzorgwerker toetst zijn beroepsmatig handelen aan het professioneel en beroepsethisch oordeel van zijn collega’s.

T Schending vertrouwen in het beroep en de jeugdzorg door een collega

De jeugdzorgwerker is attent op signalen die erop wijzen dat collega’s met het schenden van de beroepsstandaard het vertrouwen in de jeugdzorg schaden en onderneemt relevante stappen.

U Medewerking aan professionalisering van de jeugdzorg

De jeugdzorgwerker ondersteunt – en werkt mee aan – activiteiten die ten goede komen aan de professionalisering van de jeugdzorg.

V Ondersteuning maatschappelijke activiteiten

De jeugdzorgwerker signaleert en ondersteunt maatschappelijke activiteiten die de emancipatie van kinderen en jongeren met een geestelijke, lichamelijke en/of maatschappelijke beperking of achterstand, bevorderen.

W Signalering misstanden in de jeugdzorg

De jeugdzorgwerker signaleert misstanden in de jeugdzorg en beijvert zich er voor dat de hulpverlening in de jeugdzorg zo toegankelijk mogelijk is.

X Voorlichting over de jeugdzorg

De jeugdzorgwerker werkt actief mee aan een juiste beeldvorming over de jeugdzorg.

N.B. Nogmaals, de gehele beroepscode is verkrijgbaar bij de BPSW.