Hoe mijn handelen uitgelegd kan worden

Deze casus is nummer 1 van 2 in het thema Risico`s bij het hanteren van ethische kwesties

Twee meiden, 14 en 15 jaar, verblijven al meer dan een jaar samen op de behandelgroep voor jeugdigen met trauma- en hechtingsproblematiek. Er is sprake van vriendschap. De meiden delen veel met elkaar. Ze gaan gelijkwaardig met elkaar om en durven elkaar ook op zaken aan te spreken. Beiden zijn nog niet seksueel actief. Deze meiden zijn samen in bad gegaan met toestemming van groepsleider A. Wanneer ze dit verzoek een week later weer doen aan mij geef ik ze geen toestemming.
Mijn inschatting is dat de meiden samen in bad kunnen zonder dat hierbij grote risico’s aanwezig zijn, maar tegelijkertijd is mijn inschatting dat het negatieve reacties zal geven bij de ouders en via hen via media mogelijk schadelijk zal zijn voor de instelling. Ik voel me kwetsbaar ten aanzien van de veranderende maatschappelijke opinie en ben ik daardoor bang voor de gevolgen op korte en lange termijn. Mochten er gedoe of incidenten van komen ben ik verantwoordelijk. Ik besluit daarom geen toestemming te geven.
Tijdens het teamoverleg bespreken we het verschil in opvattingen rond de toestemming voor het samen in bad mogen. We komen er echter niet uit. We zijn het er wel over eens dat we naar de cliënten en naar buiten toe eenduidig moeten handelen en dus is een gezamenlijk besluit wenselijk. Uiteindelijk laten we de collega’s weten het niet toe te staan, de meiden mogen voortaan niet meer samen in bad.

Opmerking van een ethicus

Het bewust zijn van de kwetsbaarheid van de eigen positie en daarmee de focus op het voorkomen van risico’s, heeft in deze casus geresulteerd in een begrijpelijke maar minder goede afweging tussen de risico’s enerzijds en de rechten/behoeftes van het kind anderzijds. De directe risico’s voor de cliënten kunnen redelijk goed ondervangen worden met goede begeleiding en heldere afspraken rond het samen baden. De voordelen lijken op dit niveau groter dan de nadelen. Zowel vanuit de beroepscode, de rechten/behoeftes van het kind en volgens het Vlaggensysteem zijn er geen bezwaren voor het samen baden.
De angst lijkt echter te bestaan dat er gedoe van komt via de ouders, andere collega`s en misschien zelfs door de media (veranderde maatschappelijke opvatting). Het gevaar is dat dit meer gewicht krijgt dan wenselijk is en dat buiten beeld raakt dat in deze casus vooral de risico`s voor de cliënt meegewogen moeten worden voor een goede keuze.
De vergadering over dit onderwerp heeft niet geleid tot een toename van morele moed om deze angst te overwinnen en ook niet tot het verbeteren van de kwetsbare positie. Ook is het de vraag of ethische kwesties op deze manier op een vergadering moeten worden besproken. Het is aan te raden als team meer te doen aan visievorming rondom het thema seksualiteit en intimiteit, zodat duidelijker wordt welke risico`s wel en welke niet aanvaardbaar zijn rond seksualiteit en intimiteit. Het Vlaggensysteem kan een goed hulpmiddel zijn bij een moreel beraad over dit onderwerp.